zaterdag 17 juli 2010

Het Diner smaakt best zolang 't duurt

Met zijn nieuwste boek Het Diner heeft Herman Koch alweer een soepel lezertje afgeleverd - in de ironische en bijtende droge stijl die hem eigen is. Het grote verschil met eerder werk als Eindelijk Oorlog is dat de verhaallijn ditmaal ook enigszins weet te overtuigen.

In Het Diner maakt de hoofdpersoon een flinke persoonlijke ontwikkeling door, ook al beslaat het verhaal – exclusief flashbacks - slechts één avond. Hoewel het eigenlijk niet de hoofdpersoon is die verandert, maar de opvatting van de lezer over dit personage. Toch voel je 't vanaf het begin al aankomen dat je op het verkeerde been gezet gaat worden. Als de hoofdpersoon in de eerste pagina’s een aantal keer nadrukkelijk herhaalt dat hij deel uitmaakt van een gelukkig gezin, kan je er de donder op zeggen dat die illusie een kleine driehonderd pagina’s verderop als een te lang doorbakken soufflé ineengezakt zal zijn. Net zoals de sobere titel ‘Het Diner’ waarschijnlijk moet suggereren dat er heel wat meer aan de hand zal zijn dan slechts het droogweg consumeren van een diner. Geeuw, denk je dan. 

De reden dat je het boek niet weglegt, is de fijne schrijfstijl. Voorheen kwam Herman Koch als schrijver altijd het best tot zijn recht in zijn Volkskrantcolumns, omdat die precies lang genoeg waren om zijn absurdistische stijloefeningen fris te houden. Met Het Diner bewijst hij voor het eerst dat zijn vondsten ook een boek lang kunnen blijven boeien. Schijnbaar achteloos rijgt hij de zinnen aanéén, maar de stijl en het tempo blijven tot de laatste pagina muurvast. De observaties zijn, zelfs bij een onderwerp waar alles voor de hand lijkt te liggen - een licht verbitterde, intelligente, op het eerste gezicht ‘doordeweekse’ man in een pompeus restaurant – opmerkelijk trefzeker en geven soms dat bijzondere gevoel dat goede literatuur kan geven: ze verwoorden iets wat de lezer onbewust ook altijd op die manier gevoeld heeft, maar nog nooit tot uiting heeft kunnen brengen.

Verteller is de ex-docent Paul, een man van middelbare leeftijd. Paul heeft in een naar zijn smaak veel te sjiek en modieus Amsterdams restaurant afgesproken met zijn broer Serge Lohman, die hij veracht, maar waar hij waarschijnlijk ook jaloers op is. Serge is een beroemd politicus, die hard op weg is minister-president te worden. Bijna de gehele vertelling speelt zich af in het hippe restaurant, waar de meeste mensen maanden van tevoren moeten reserveren om een tafeltje te kunnen bemachtigen. De tafelgenoten Paul, zijn vrouw Claire, Serge en diens vrouw Babette zijn in eerste instantie logischerwijs de belangrijkste personages. Maar op de achtergrond wordt de aanwezigheid van de zoon van Paul en Claire - de veertienjarige Michel - steeds nadrukkelijker. 

Aangezien Paul de verteller is, heeft hij ruimschoots de gelegenheid zijn naar haat neigende haat/liefde-verhouding met het leven en de medemens kenbaar te maken. Tussen de gangen door geeft hij in interne monologen af op van alles en nog wat: Nederlanders die in Frankrijk het ‘Franse Leven’ leiden, maar dan zonder Fransen - dat zijn ‘lompe’ broer van de één op de andere dag besloot een wijnliefhebber en –kenner te zijn en dat de maître d’ met zijn pink de minuscule gerechten op de borden aanwijst terwijl hij uitgebreid uit de doeken doet hoe deze bereid zijn en waar de ingrediënten vandaan komen. 

Restaurantbezoek wordt nooit meer hetzelfde, meldt de radiocommercial voor het boek. Misschien een beetje overdreven, want er zijn boeken geschreven die de fascinatie voor de onbegrijpelijkheid van peperdure, modieuze etentjes veel heviger aanwakkeren, zoals de yuppen-roman American Psycho van Brett Easton Ellis. Eén van de elementen die Het Diner in de eerste hoofdstukken juist anders maakt dan andere aanklachten tegen oppervlakkigheid, is de moedeloosheid van het ouder worden, die subtiel, maar onverbiddelijk over het verhaal hangt, en die zowel de ‘normale’ hoofdpersoon Paul en zijn vrouw Claire, als zijn succesvolle broer Serge en diens knappe vrouw Babette aanraakt. Afgunst, succes, mislukking, het graf maakt voor niemand een uitzondering. Zo blijkt de begeerlijke Babette gekweld te worden door de menopauze. Haar hormonen zullen nog een laatste periode fel opspelen, waarna Babette voorgoed afscheid moet nemen van het vrouw-zijn en de vrije val naar totale aftakeling kan beginnen. Serge, doorgaans dommig, succesvol en zorgeloos, ziet het hulpeloos aan. 

Naarmate het boek vordert, gaat het verhaal steeds meer over moderne ouders van na de jaren zestig, die een open relatie met hun kind wensen, maar in werkelijkheid niets meer van hun totaal verwende puberzoon begrijpen. Vooral in het tweede deel van het boek gaat het meer en meer over opvoeding, de neiging om het eigen kind tegen elke prijs te beschermen en de manier waarop ouders hun kinderen onbedoeld beïnvloeden met hun gedrag en karakter – als een soort voorbestemming.

Ook al weet je als lezer halverwege al waar het verhaal naar toe gaat, tóch dwingt Koch tot de laatste letter door te lezen. Omdat hij de tijd neemt voor zijn vertelling en het verhaal niet afraffelt, storen de clichés in de verhaallijn niet, maar komen ze bij wijze van spreken als ‘vanzelfsprekend’ in de vertelling naar voren. Pas op de laatste pagina wordt het gekunsteld en geforceerd; de verrassende ontknoping wekt daarom ook slechts een glimlach op, en kruipt niet - zoals het hoort - onder je huid om de weken erna nog steeds stukken van je ziel af te knagen, zodat er niets anders opzit weer naar het boek te grijpen voor een tweede, meer grondige leesbeurt. Het Diner blijft echter, nadat het uit is, niet langer dan een paar dagen zwak naborrelen, maar voor zolang het duurt, is het heerlijk ‘snoepgoed voor de geest’; prima geschikt om de aandacht voor een paar lange avonden van het eigen hopeloze leven af te leiden. Ook prima geschikt om tijdens een saai etentje te lezen.

Oorspronkelijk geschreven in volgens mij begin 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten